top of page
Suche

IETS

Ik zaai wortels. Ik zaai radijsjes. Sla. Iets.


Het is lente.

Er liggen nog sint-jakobsschelpen in het tuinbed, van afgelopen winter. Of misschien van de vorige winter? Ik had ze gebakken, en bereid met veldsla en rode biet.

Een sint-jakobsschelp is het herkenningsteken voor pelgrims die de Camino de Santiago lopen. Ze gaan op weg met hoed, staf en schelp, kijken naar de kerk met de heiligdommen in onze stad, de gouden engel op het dak.


Ik raap wat schelpen op van het bed, kijk ernaar. Op de gladde binnenkant schrijf ik wat ik net gezaaid heb. Een bijna onvergankelijk teken. Radijsjes. Wortelen. Sla. Voordat ik naar mijn werk rijd, sta ik in de vroege ochtendzon met een kopje koffie, terwijl de spreeuwen in het nestkastje een hels kabaal maken.

Ik weet dat zodra ik weg ben, het hele bed overhoop gehaald zal worden. De grote witte schelpen zullen nauwelijks zichtbaar zijn. Er zullen diepe gaten in het bed komen. Waarschijnlijk zullen alle zaden gretig worden opgepikt, en de regenwormen ook, ik weet het niet. Het is niet belangrijk.


Ik schrijf IETS.


Tony is gestorven.

- Je zult sterven, zegt de chirurg vlak voor Pasen na de buikoperatie.

- Hoeveel jaar nog?

De chirurg schudt zijn hoofd, zwijgend.

- Maanden? Ik heb de tuinmeubelen al uit de schuur gehaald.

- Je hebt een paar uur. Je moet afscheid nemen, zegt de chirurg.


Een paar dagen later staan we rond de urn.

Bon voyage, Tony.

Goede vlucht, piloot. Goede reis, wereldzeiler. Jij was de snelste in de catamaran. Je bent nog niet klaar met de verschillende oldtimers in de garage. Je hebt net een cursus in vliegtuigmechanica geboekt. Je hield van alles wat beweegt, maar waarom ga je nu weg? Je hebt nooit geloofd in de hemel, die was er alleen om in te vliegen. Een engel van goud zou geen indruk op je gemaakt hebben.


Goede vlucht, zegt de secretarisvogel. Hij is hoog in de lucht, cirkelt met zijn vleugels wijd uitgespreid. Een roofvogel, je hebt hem eens gefotografeerd in Afrika. De volgende foto, die geprojecteerd wordt op de muur van de rouwkamer op het afscheidsfeest, toont opnieuw de secretarisvogel die door het lange gras schrijdt. Hij heeft lange wimpers en staande nekharen, zijn verenkleed doet denken aan die van een ambtenaar uit vervlogen tijden. Is hij een begrafenisondernemer? Hij is een moordenaar, eet kleine zoogdieren. De andere foto's tonen lachende mensen en zeilschepen, vliegtuigen, jeeps, een Formule 1 auto met bierreclame.

Je urn is donkergroen en staat tussen vele bloemen.


Vogels kunnen lezen. De schelp met IETS is bijna uit het zicht. Iets heeft in het bed gescharreld, op zoek naar een geheime schat. De secretarisvogel? De begrafenisondernemer? De moordenaar?

Was hij hier?

Kat schrijf ik op de volgende schelp die ik in het groentebed leg. KAT!!!


Als de jaren tachtig werden samengeperst, zoals koolstof wordt samengeperst in een diamant, de hardste natuurlijke substantie, zou Tony eruit komen. Ik kijk naar zijn foto. Gebruind, achterover gekamde blonde krullen, pilotenzonnebril, een stevige snor op de bovenlip. Tony op zijn zeilschip, Tony in een zweefvliegtuig.


Hij wist de weg. Hij kende mensen.

Ga naar Hugo. Zeg hem dat Tony je gestuurd heeft, geef hem dan de enveloppe. Hij zal verdwijnen achter in het magazijn. Wacht gewoon, zeg niets. Hugo zal terugkomen en je de enveloppe teruggeven. Verlaat de buurt rustig maar snel. Kijk niet links of rechts, draai je niet om, zorg dat je daar zo snel mogelijk wegkomt.

Ik kijk naar Tony, kijk naar mijn reflectie in zijn zonnebril. Het is 1989.


Hij stuurt me naar het Falconplein in Antwerpen om de Belgische francs om te wisselen in Duitse marken tegen een bijzonder goede koers. Daar moet ik Hugo maar eens voor opzoeken, fluistert hij terwijl hij snel om zich heen kijkt. Luistert er iemand? Hij lacht. Kom op, als je zegt dat ik je stuur, krijg je er veel meer voor.

Ik vertrok met de enveloppe vol geld onder mijn arm. Ik loop door de verwaarloosde straten, zie de donkere huizen, de starende blikken. Ik spreek met niemand, ga naar het aangegeven adres, duw de deur open, een bel rinkelt luid en blikkerig. Ik zie de pakken Barbiepoppen, radio's, satellietontvangers, gehaakte dekens, benzineblikken, ingeblikt vlees, water in plastic flessen, keukengerei. Hugo leunt tegen een muur en kijkt naar een muziekvideo. Hij rookt een sigaret, kijkt niet op.


Van Tony, zeg ik, en overhandig hem de enveloppe. Nauwelijks merkbaar knikt hij, neemt hem aan, gooit de sigaret op de grond, trapt hem uit en verdwijnt in het magazijn. Kort daarna komt er een kat terug. Ze kromt haar rug en wrijft zich tegen mijn been. Een clip van een man op een jetski is te zien op MTV. Een meisje in een fluorescerend zwempak rijdt mee. Haar lange blonde haren wapperen in de wind, het water klotst hoog op.


Hugo is nog steeds niet terug, de kat verdwijnt weer. KAT!! Denk ik. Blijf hier alsjeblieft. Hier in Antwerpen gaf ik al mijn spaargeld in een enveloppe zonder commentaar aan een Rus genaamd Hugo.


Het grootste deel van alle diamanten ter wereld wordt in Rusland gedolven. De ruwe diamanten vinden hun weg naar Antwerpen, 86% van de Russische stenen wordt daar verwerkt. Zij zorgen voor een omzet van 34 miljard euro wanneer er geen oorlog is.

Hugo komt terug en overhandigt me de enveloppe. Ik zeg niets, vermijd elk oogcontact, loop de winkel uit, baan me een weg terug door de straten, snel, sneller en sneller. Ik hoor voetstappen achter me, klem de enveloppe onder mijn arm, mijn hart bonst harder en harder. Ik ben achttien. Tony is tweeëndertig.

Hij is vijfenzestig als hij in de urn ligt.


Een diamanten uitvaart is in Duitsland niet toegestaan. Het is daar verplicht om op een begraafplaats begraven te worden. Maar een klein deel van de as kan voor andere doeleinden worden gebruikt, en dat moet je wel niet aan de grote klok hangen. Als je de temperatuur van de crematie iets lager houdt, zodat er koolstof overblijft, kun je die van de rest van de as scheiden en er onder hoge druk een synthetische diamant uit persen. Dit kan natuurlijk niet onmiddellijk gebeuren, je kunt deze steen met uw dierbare erin nog niet op de begrafenis dragen, de koolstof verandert slechts langzaam in kristallen. De ruwe diamant komt pas na enkele maanden te voorschijn, en moet dan nog in de gewenste vorm worden geslepen.


Voor een diamanten begrafenis moeten Duitsers gaan aankloppen bij de buren. Maar in Nederland en België is het mogelijk. Vraag het aan de begrafenisondernemer die je vertrouwt.


Tony's vertrouwde begrafenisondernemer legde hem gewoon in de urn, alles werd snel aan het bed besproken terwijl de toediening van morfine werd gepauzeerd. ON HOLD! beveelt de dokter. Laat er goede muziek zijn. En ik wil mooie vrouwen op mijn begrafenis, geen oude Griekse wijven, voorovergebogen, tandeloos, in het zwart gekleed, met zwarte hoofddoeken, jammerende. Baby let's groove!


Goed. Het staat genoteerd. Nadat iedereen afscheid heeft genomen, kan de morfine verder worden toegediend, beveelt de dokter, loopt bruusk op piepende rubber schoenen de kamer uit, sluit de deur, gaat de gang in, zakt in elkaar op een stoel. Hij zit in hetzelfde catamaran-team als Tony. Hij zet zijn bril af, bedekt zijn ogen met zijn hand en huilt. Zijn schouders schokken ongecontroleerd, een collega geeft hem een doos tissues en haalt een koffie uit de automaat in de kantine.


Ik zie hem weer op de begrafenis. Hij leest een tekst voor over vriendschap en zeilschepen, zijn stem beeft.

Dan brengen we de urn naar het bos van de begraafplaats. Een grote vogel kijkt naar ons en huppelt snel achter een rhododendronstruik. Goede reis, Tony.

Ik zaai de volgende rij radijzen. Sla. Wortelen. De vogels in de bomen in de wei zijn plotseling allemaal stil. Ze wachten. Ik zet het bord met KAT recht in het midden zodat ze het goed kunnen lezen. Moordenaar. Begrafenisondernemer! Een vliegtuig cirkelt boven me door de blauwe lentelucht. Misschien wuift de piloot.

Ik hoor stemmen in de straat. Er zijn mensen op bedevaart met hoed en staf. Ik heb een sint-jakobsschelp in mijn hand, gooi die naar hen. Ik mis, natuurlijk. Wat doet het ertoe. Ook vandaag draait de aarde, ook vandaag gaan de mensen verder en verder.

Ook vandaag zijn ze op zoek naar de gouden engel.


Iets, denk ik, er was iets.

Stadtschreiberin.gif
bottom of page